Additieven worden vaak gebruikt in de levensmiddelenindustrie. Deze stofjes hebben elk een eigen functie en worden ingezet om de producten bijvoorbeeld beter te doen smaken, een mooiere kleur te geven of langer houdbaar te maken. Ze komen dus met een specifiek doel in de levensmiddelen terecht en hiervan moet de consument op de hoogte worden gebracht. Dit doet men door de gebruikte additieven te vermelden op de ingrediëntenlijst van het etiket. 

De do’s & don’ts omtrent de notaties hiervan lees je in onderstaande blog. 
 

Europese Verordening 1333/2008

In Europese Verordening 1333/2008 staan:

  • alle additieven opgesomd die in levensmiddelen in Europa mogen worden gebruikt; 
  • in welke concentratie ze mogen voorkomen; 
  • en aan welke levensmiddelen ze precies mogen worden toegevoegd.

 

Daarnaast vind je er onder andere ook alles over de correcte schrijfwijze en het gebruik van specifieke terminologie op etiketteringen. (zie hieronder)

 

Correcte notatie

Europese Verordening 1169/2011 bijlage VII vereist dat een additief moet aangeduid worden aan de hand van zijn categorienaam (1) én zijn additiefnaam of E-nummer (2)

 

  1. Het aanduiden van een additief in de ingrediëntenlijst start dus steeds met de categorienaam. Dit is de reden waarom het aan het levensmiddel wordt toegevoegd: als emulgator, conserveermiddel, kleurstof, antiklontermiddel, rijsmiddel…

    Correcte categorienamen zijn zowel opgenomen in VO 1169/2011 als in VO 1333/2008

 

  1. Na de categorienaam volgt de specifieke aanduiding van het additief. Hier heeft de producent de keuze om het additief te noteren onder de additiefnaam of onder het E-nummer. De combinatie van naam en nummer is niet mogelijk.

    Voor de correcte additiefnaam kan er worden teruggegrepen naar deze die gebruikt worden in VO 1333/2008. Ook de namen uit de titels van VO 231/2012 zijn toegelaten. De synoniemnamen die deze laatste verordening weergeeft kunnen niet worden gebruikt. 

 

Alle regels omtrent de correcte notatie van additieven op etiketten van levensmiddelen staan beschreven in het Q&A Document van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid.

 

Enkele praktijkvoorbeelden

Voorbeeld 1

  • JUIST: ‘emulgator: E322’ of ‘emulgator: lecithinen’.
  • FOUT: ‘emulgator: lecithine E322’. 
    Zowel de additiefnaam als het E-nummer worden gebruikt, maar ook de terminologie van de additiefnaam is niet conform.
  • Ter info: Vergeet bij lecithine afkomstig van soja ook het allergeen niet te accentueren; dit resulteert dan in ‘emulgator: lecithinen (soja)’ of ‘emulgator: E322 (soja)’.

 

Voorbeeld 2

  • JUIST: ‘conserveermiddel’ is de juiste categorienaam. Een correcte etikettering klinkt dan als volgt: ‘conserveermiddel: E202’ of ‘conserveermiddel: kaliumsorbaat’.
  • FOUT: ‘bewaarmiddel: E202’.

 

Voorbeeld 3

  • JUIST: Vermelding ‘rijsmiddel: natriumwaterstofcarbonaat’ is een correcte manier om het additief E500ii aan te duiden. Andere mogelijkheden zijn ‘rijsmiddel: E500ii’ of ‘rijsmiddel: natriumcarbonaten’.
  • FOUT: ‘rijsmiddel: natriumbicarbonaten’ is niet correct omdat deze naam wordt aangeduid als synoniem in VO 231/2012.

 

Conclusie

Additieven kunnen op verschillende manieren worden aangegeven op een verpakking, maar zijn wel strikt onderworpen aan bepaalde vereisten. Daarnaast gelden bovenstaande regels ook voor elke andere taal die op de verpakking verschijnt. 

 

Hoe kan AMNorman jou ondersteunen?

Ondervind je moeilijkheden bij het terugvinden van correcte terminologie voor het etiketteren van additieven? Of wil je meer te weten komen over hoe om te gaan met technische hulpstoffen en het carry-over principe in het kader van additieven?

 

Neem dan zeker contact op met één van onze labelling experts via etiketexpert@amnorman.be.  

 

  • am norman LABELLING

Hoe kunnen
we jou helpen?

AM Norman