De regels omtrent de aanwezigheid van de omstreden stof in additieven werden op 1 september 2022 aangescherpt.

  • Waarom is deze stof omstreden?
  • Wat is de oorzaak van de herziening?
  • En hoe ziet de verscherpte regelgeving eruit?

Dat en nog veel meer lees je in deze blog.

De regels omtrent de aanwezigheid van de omstreden stof ethyleenoxide in additieven werden op 1 september 2022 aangescherpt. Deze beslissing werd genomen door de Europese Commissie om de handhaving van de stof te vereenvoudigen.

 

Voor het goede begrip van onderstaande blog lichten we graag eerst enkele kernbegrippen toe:

  • Additieven zijn stoffen die bewust aan levensmiddelen zijn toegevoegd om het fabricageproces te vereenvoudigen of het uitzicht, de smaak of bewaring te verbeteren. Bijvoorbeeld de bewaarmiddelen in voeding.
     
  • Een residu is de stof die overblijft na een chemische reactie, scheidingsproces of mechanische verwerking. 

 

Wat is ethyleenoxide en waarvoor wordt het gebruikt?

Ethyleenoxide (ETO) is een chemische stof die in derde landen, landen die geen lid zijn van de EU, gebruikt wordt als desinfecterend middel op zaden, kruiden, vezels en andere landbouwproducten. 

De stof heeft een carcinogene (kankerverwekkend), mutagene (beschadiging van erfelijk materiaal) en teratogene (giftig voor de voortplanting) werking. Wegens het schadelijke karakter is het in de EU niet toegelaten om ethyleenoxide te gebruiken om additieven te desinfecteren. 

 

Wat zorgde voor onduidelijkheid in de voorgaande regelgeving?

Ondanks dat het in de EU niet is toegestaan om ethyleenoxide te gebruiken om additieven te desinfecteren, is de stof sinds september 2020 in diverse levensmiddelen en met name levensmiddelenadditieven aangetroffen, onder andere in johannesbroodpitmeel (E 410). Johannesbroodpitmeel wordt vaak gebruikt in ijs en bakkerijproducten.

De reden hiervoor is te vinden in de toenmalige onduidelijke regelgeving. In Verordening (EU) 231/2012, waarin de specificaties en zuiverheidseisen van levensmiddelenadditieven zijn opgenomen, was tot dan geen maximumresidugehalte vastgesteld voor ethyleenoxide. 

Wel was er maximumgehalte van 0,2 mg/kg voor levensmiddelenadditieven waarbij ethyleenoxide wordt gebruikt tijdens de productie ervan. 

 

Het was dus moeilijk vast te stellen wat de oorsprong van de aanwezigheid van ethyleenoxide was:

  • Ethyleenoxide gebruikt bij desinfectie van levensmiddelenadditieven (geen maximumgehalte vastgelegd);
  • of ethyleenoxide gebruikt tijdens het productieproces van levensmiddelenadditieven (een vastgelegde maximumgehalte van 0,2 mg/kg).

Een verduidelijking en nieuwe regelgeving drong zich op.

 

Wat omvat de nieuwe regelgeving?

Om de handhaving eenvoudiger te maken heeft de Commissie besloten om een maximumresidugehalte voor ethyleenoxide in levensmiddelenadditieven vast te stellen van 0,1 mg/kg op de bepaalbaarheidsgrens in die producten. Dit wil zeggen dat men uitgaat van de laagste concentratie van een stof die met zekerheid kan worden gemeten met behulp van standaardtests. Deze nieuwe regelgeving is van kracht sinds 1 september 2022. 

 

Wij helpen jou graag verder

Meer weten over ethyleenoxide en de handhaving van de maximumgehalten? 

AMNorman heeft de juiste expertise in huis om jouw bedrijf van de nodige informatie te voorzien. Contacteer ons hier!

  • am norman FOOD

Hoe kunnen
we jou helpen?

AM Norman